De steenbakkerijen vormden een andere bedrijfstak die in de 19de eeuw in opkomst was. Aanvankelijk waren er veel kleine onder nemingen, in 1898 was de Heibloem in Veldhoven de eerste machinale steenfabriek. Verder nam de schoenenfabricage toe en ontstonden eind 19de eeuw de eerste sigarenfabriekjes. Al deze ontwikkelingen waren de basis voor de industrialisatie aan het begin van de 20ste eeuw, met name nabij de Gender in Meerveldhoven en Veldhoven.
De katholieken kregen in de loop van de 19de eeuw steeds meer inspraak. In 1853 werden de bisdommen hersteld. De parochies Oerle, Meerveldhoven, Veldhoven en Zeelst maakten deel uit van het bisdom Den Bosch. Er vestigden zich religieuze orden en congregaties, zoals de zusters van Tilburg in Oerle, de franciscanessen van Veghel in Veldhoven en Meerveldhoven en de zusters van Schijndel in Zeelst. De zusters gingen zich bezig houden met onderwijs, ziekenzorg en bejaardenzorg. In Oerle verrees een meisjespensionaat dat bekend werd als kostschool voor aankomende onderwijzeressen.